๐๐๐ป ๐ท๐ถ๐ท, ๐๐ผ๐ผ๐ฟ ๐ฑ๐ฎ๐ ๐ท๐ฒ ๐๐ฒ๐ฟ๐ฑ๐ฒ๐ฟ ๐น๐ฒ๐ฒ๐๐, ๐ฒ๐ฒ๐ป ๐ฎ๐ฎ๐ป๐๐ฎ๐น ๐ฏ๐ถ๐ท๐๐ผ๐ป๐ฑ๐ฒ๐ฟ๐ฒ ๐ธ๐ฒ๐ป๐บ๐ฒ๐ฟ๐ธ๐ฒ๐ป ๐ผ๐ฝ๐ป๐ผ๐ฒ๐บ๐ฒ๐ป ๐๐ฎ๐ป ๐ต๐ฒ๐ ๐ด๐ฒ๐๐ถ๐ฐ๐ต๐๐๐๐ฒ๐ฟ๐บ๐ผ๐ด๐ฒ๐ป ๐๐ฎ๐ป ๐ท๐ฒ ๐ฝ๐ฎ๐ฎ๐ฟ๐ฑ?
ย
Misschien een gekke vraag maar de manier waarop je de omgeving kunt zien en waarnemen heeft invloed op je gedrag. Dat is voor paarden in het bijzonder het geval omdat het prooidieren zijn en ze constant hun omgeving moeten kunnen zien en waarnemen.
Het meest bijzonder is dat paarden zonder hun hoofd te bewegen bijna 360 graden in รฉรฉn keer kunnen zien. Recht voor hun hoofd en recht achter zich hebben ze een kleine โblindeโ hoek maar die valt in het niet bij de rest die ze wel kunnen zien. Zo houden ze de omgeving constant in de gaten.
Om dat ook te kunnen tijdens het grazen, staan de ogen ver van de mond af.
Paarden hebben een samengesteld zicht, dat betekent dat elk oog een โeigenโ beeld heeft en de hersenen dus van twee verschillende beelden รฉรฉn totaalbeeld moeten maken.
Dit komt omdat de ogen elk aan een zijkant van het hoofd geplaatst zijn.
Om de hele dag maar op de omgeving te kunnen letten zijn paardenogen beter in het waarnemen van beweging dan onze ogen.
Paarden denken in plaatjes en kunnen direct van slag zijn als het plaatje in hun ogen niet meer klopt met het โnormaleโ plaatje.
Omdat paarden geen jagers zijn hebben ze moeite met diepte perspectief en afstanden schatten.
Als prooidier moeten ze bij schemer en โs nachts juist weer wel goed kunnen zien, door de grote bolling van het oog krijgen ze meer licht binnen en kunnen ze met heel weinig licht veel beter zien dan wijโฆ
ย
Wij zijn benieuwd hoeveel je er zelf kon verzinnen, want heel eerlijk gezegd kunnen wij er van dit onderwerp nog meer opnoemen. De hierboven genoemde bijzonderheden hebben nogal wat gevolgen voor het gedrag van onze paarden. Vaak is het zo dat als je eenmaal weet dat het paard de wereld echt anders ziet, waarneemt en beleeft dat we meer begrip kunnen hebben voor het gedrag wat daarbij hoort. Natuurlijk lost dat probleemgedrag niet direct op maar het helpt bijvoorbeeld wel met het voorkomen van het gedrag omdat jij snapt wat je paard eng of bedreigend vindt.
ย
Dit bovenstaande voorbeeld is รฉรฉn van de vele onderwerpen die we bespreken in de leergang Probleempaarden. Want vaak is het gedrag voor het paard heel normaal en natuurlijk maar voor ons ongewenst. Met een beetje pech veroorzaakt het gedrag een gevaarlijke of ongewenste situatie en beschouwen we het paard daarna als โprobleempaardโ.
ย
Wij denken dat het zinvol is om te beseffen dat als ongewenst gedrag is aangeleerd, je dat gedrag ook weer kunt afleren en dan is het probleem weer opgelost of veel beter handelbaar. Op deze manier kan je paard weer door het leven als een โnormaalโ paard.